Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dies zal Ik [23]eerst hun ongerechtigheid en hun zonde [24]dubbel vergelden, omdat zij [25]Mijn land ontheiligd hebben; zij hebben Mijn erfenis met de [26]dode lichamen hunner verfoeiselen en hunner gruwelen vervuld. 23. Aleer Ik hun de genade bewijs, waarvan boven vs.15 gesproken is. 24. Dat is, ten volle, gelijk Jes.40;2, onder hfdst.17 vs.18. 25. Kanaan. Zie Ps.68:10. 26. Hebreeuws, dood lichaam, gelijk boven vs.4, te weten der mensen, die zij den afgoden geslacht en geofferd hebben. Zie onder hfdst.19 vs.5; Ezech.16:20,21, of [gelijk sommigen verstaan] met al hunne afgoden en afgodische offeranden, die voor God stonken gelijk een aas, omdat zij onwettelijk en afgodisch waren. Zie Lev.26:30. Men kan hiermede ook vergelijken Ezech.43:7.